Nieuwe CEHL-voorzitter Jan Hopstaken

zondag, 7 september 2025 (15:49) - Ruijters Eaters Geleen

In dit artikel:

Afgelopen juni liep de maximale bestuurstermijn van Jan Hopstaken bij IJshockey Nederland af; na ruim twaalf jaar (waarvan ruim vijfënhalf jaar als voorzitter) kon hij niet terugkeren. Direct daarna benaderde de Central European Hockey League (CEHL) hem als kandidaat-voorzitter: de League wilde een onafhankelijke voorzitter zonder clubbelang om elke schijn van partijdigheid te vermijden. Hopstaken, geboren in 1964 in Etten-Leur en woonachtig in Renkum, werkt als interim manager en strategisch adviseur en wordt nu nader voorgesteld als nieuw gezicht van de CEHL.

Hopstaken raakte twaalf jaar geleden bij de bond betrokken na een bemiddeling door Sport&Zaken van NOC*NSF, dat bestuurders van buiten de sport aanwerft. Zijn affiniteit met ijshockey gaat terug naar jeugdjaren waarin hij Trappers-wedstrijden in Tilburg bezocht en later studentenwedstrijden en clubs als Vissers Nijmegen volgde. In 2013 trad hij toe tot de NIJB/IJshockey Nederland en in 2019 werd hij tot voorzitter gekozen, kort voor de coronapandemie.

Tijdens zijn bestuursperiode maakte hij onder meer de totstandkoming en de moeizame samenwerking rond de BeNe-League (2015) mee. De samenwerking tussen de Nederlandse en Belgische bonden bleek zo complex dat IJNL zich uiteindelijk terugtrok en het beheer aan de Belgische bond en de clubs liet; dat betreurt Hopstaken nog steeds. Als nieuw CEHL-voorzitter ziet hij mogelijkheden om het gesprek tussen bonden en crossborder-competities te bevorderen.

Hopstaken legt uit dat zijn rol vooral inhoudt dat hij vergaderingen leidt, discussie faciliteert en op basis van voortgang beslissingen neemt. Zijn professionele achtergrond in het begeleiden van verandertrajecten bij grote overheidsorganisaties beschouwt hij als nuttig: eerst het ritme en de mogelijkheden van een organisatie leren kennen en dan stappen zetten. Daarom wil hij de eerste zes maanden vooral observeren en kennismaken met de diversiteit binnen de League: van goed georganiseerde clubs met meerjarenplannen tot verenigingen die jaarlijks moeten overleven.

Hij benadrukt ook de onbekendere componenten voor hem: veel Duitse en Belgische clubs zijn nieuw terrein en hij wil gesprekken aangaan met onder anderen Marc Verlinden, voorzitter van de Belgische federatie. Praktisch bemoeienissen zoekt hij niet alleen lokaal; naast het CEHL-voorzitterschap blijft hij actief met zijn adviesbureau en betrokken bij het ministerie van VWS, waar hij verbonden is aan ESTT, een tuchtcollege in de gezondheidszorg.

Collega’s en betrokkenen typeren Hopstaken als toegankelijk, empathisch en bedachtzaam — iemand die niet snel over één nacht ijs gaat. De CEHL zet met zijn aanstelling in op een neutrale, ervaren voorzitter die zowel bestuurlijke ervaring als interesse in het grensoverschrijdende ijshockey meebrengt.